Pagina 7 - Brandgevaar

11
Ja,’ zegt Debbie. ‘Vind ik ook.’
De bel gaat.
Wie kan dat zijn?’ vraagt Mirja zich af.
Daar komen we snel genoeg achter.’ Tante Ingrid loopt de slaap-
kamer uit. Een paar tellen later roept ze: ‘Dames, er komt bezoek
voor jullie naar boven.’
Voor ons?’ zeggen de vriendinnen tegelijk en ze kijken elkaar
verbaasd aan.
Even later horen ze de voordeur opengaan. Er klinken opgewon-
den stemmen.
Debbie verschiet van kleur: ‘Ik hoor Marijn.’ Snel loopt ze naar
de spiegel. ‘O nee, ik zie er niet uit.’
Mirja sleurt Debbie voor de spiegel vandaan en samen rennen ze
de gang in. Daar staan Marijn en Jordy met hun jassen nog aan.
Waarom heb je je mobiel niet aanstaan?’ vraagt Marijn meteen
aan Debbie.
Mijn beltegoed is op,’ zegt Debbie beschaamd.
Is er brand?’ vraagt Mirja.
Ja, jullie moeten meekomen,’ zegt Jordy.
Leuk grapje,’ zegt Mirja meteen.
Het is echt waar,’ zegt Marijn. ‘Je wilt niet weten wat voor grote
brand er is.’
Alweer?’ zegt Mirja ongelovig, terwijl ze toch snel haar jas van
de kapstok pakt. ‘Verleden week was er ook al brand bij het
winkelcentrum.’
Toen stonden die papiercontainers in de fik,’ zegt Jordy.
Kijken jullie uit,’ zegt tante Ingrid bezorgd.
Mirja trekt haar schoenen aan. ‘Ja, doei mam.’
Ze rennen de galerij over terwijl tante Ingrid in de deuropening
staat en hen nakijkt. In het trappenhuis rent Marijn met twee
treden tegelijk naar beneden. Na een paar minuten fietsen ze de