9789033130274

17 vertrouwen.” Iets over: “Denk aan de Rode Zee.”’ De Rode Zee... hoe Adonai een weg zal maken waar geen weg is ... Hij herinnerde haar daar altijd aan als de paniek de overhand over haar kreeg. De angst en de zorgen, de beklemming die Sophia opgekropt had sinds de dag dat Janek vertrok en sinds de eerste bom viel op een verbijsterd Warschau, vonden eindelijk een uitweg. Het rauwe verdriet kwam van diep uit haar binnenste. Ze huilde. Eerst met hevige snikken, daarna met lange uithalen. Een verdriet dat ze alleen kende van het verliezen van haar kinderen. Rauw, scherp. Pan Gadomski verliet stilletjes de kamer. s t s Toen Sophia weer wakker werd, brandde de lamp nog steeds. Het licht wierp grillige schaduwen op de muur. Naast haar strozak lag een broodje met wat kaas en een beker water. De geur van verbrande kleding en verschroeide haren hing nog in de kamer, maar de stilte was nieuw. Ze hoorde slechts haar eigen adem... langzaam, vloeiend. En toen wist ze het weer. Pan Bukowski. Tranen liepen over haar vuile wangen, in haar nek. Ze veegde ze weg en ging rechtop zitten. Het slikken ging moeilijk en deed pijn. Was hij geraakt toen hij haar eigendommen probeerde te redden? Niets wat ze bezat was zijn dood waard geweest. Sophia had geen besef van dag of tijd. Ze moest in een binnenver- trek zijn, want er waren geen ramen. Het was geen wonder dat de explosies zo ver weg hadden geklonken. Nu hoorde ze niets meer. Wat dit ook betekende – het was in ieder geval een opluchting. Een kramperig gevoel maakte haar klaarwakker. Ze bracht haar hand naar de ronding van haar buik en haalde opgelucht adem. Ze moest opstaan, ze moest een wasgelegenheid vinden, ze moest iets eten. Ze duwde de deken van zich af. Toen zag ze het bloed op haar strozak.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==