9789033130335

22 niet eens. Hij is een afgod. Herhaaldelijk verzet Luther zich tegen het zogenaamde ‘opklimmen’, een termdie ons goed bekend is uit de mystiek. Daarin is menigmaal gebruik gemaakt van het beeld van de ‘ladder’. Door allerlei geestelijke, onder andere ascetische oefeningen, tracht de ziel op te klimmen tot God, tot de ware Godskennis. In principe heeft zij daar Christus niet bij nodig. Een sterk bewijs daarvoor is dat de mystiek ook buiten het christendom voorkomt. Zelfs al wordt binnen het christendom Christus de ladder genoemd, dan nog gaat het in wezen om een menselijke prestatie; want Christus is dan toch niet meer dan middel. In dit boek van Luther zal men herhaaldelijk, zonder dat het woord gebruikt wordt, de mystiek tegenkomen. Overal daar, waar door Luther worden afgewezen alle geestelijke oefeningen die ten doel hebben God ermee te bereiken, enwaar hij ‘openbaringen’,‘gezichten’,‘optrekkingen’ en het ‘opklimmen’ als zodanig van de handwijst, of zelfs ermee spot.Hij noemt het een zich in de geest opschroeven.Al deze oefeningen, zegt hij, en dan is het volle ernst, leiden niet tot God, maar tot de duivel en tot de afgrond. Men gaat ermee verloren. Zó wordt de kennis van God, en zó wordt het heil niet bereikt. Het moet alles van een geheel ándere kant komen. De heilsweg is niet een weg van beneden naar Boven, maar allereerst een weg van Boven naar beneden. Wie gaat tellen hoe vaak in dit ene geschrift van Luther de woorden ‘Die Gij gezonden hebt’ (Johannes 17:3) herhaald worden, staat verbaasd. In deze ene uitdrukking ligt alle heil besloten. God heeft Zijn Zoon gezonden. Op Hém moeten wij zien. Zijn Woord moet worden geloofd en aangenomen. Dát is de heilsweg. Wat van de mystiek geldt, geldt in niet mindere mate van allerlei vrome speculaties; waarbij men wel bedenken moet dat ook de mystiek altijd iets speculatiefs aan zich heeft. In de speculatie wordt een dénkprestatie geleverd. Men wil dan met eigen verstand, eigen rede, doordringen tot God Zelf, tot Zijn wezen, tot Zijn raad. Men wil God kennen in Zijn diepste zijn. Geheel buiten Christus om, en buiten de heilsgeschiedenis om, dus buiten Christus’ menswording en kruis lijden om, zoekt men Gods geheimenissen te benaderen. In demiddeleeuwse, en ook laat-mid-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==