9789033130359

7 een bankrekening uit 1978 te bestaan op naam van uw moeder. De overledene had een brief bijgevoegd met de opdracht om uw moeder op te sporen en opnieuw op de hoogte te brengen van de rekening. Omdat ik ben aangesteld als executeur testamentair, ligt bij mij de verplichting zijn wensen uit te voeren. Op de brief stond een oud adres in Amerika en de naam. Het adres bleek niet meer te bestaan en ook Marleen Kuijpers konden we niet traceren. We hadden het vermoeden dat het om een meisjesnaam ging. Daarom hebben wij een bureau ingeschakeld.’ Alex dacht na. ‘Wie was die overledene?’ vroeg hij toen. ‘Was hij familie?’ ‘Ik mag de naam van mijn cliënt niet bekendmaken, maar het gaat niet om familie van uw moeder.’ ‘Dus als ik het goed begrijp,’ vatte Alex samen, ‘gaat het om een bankrekening die op naam staat van mijn moeder. Iemand heeft die rekening in 1978 geopend. Wie was dat?’ Opnieuw wachtte Slingerland met zijn antwoord. ‘Wie die rekening heeft geopend, mag ik u niet zeggen.’ Hij formuleerde voorzichtig. ‘Vermoedelijk wist uw moeder van de rekening. Wij moesten haar volgens de opdracht opnieuw op de hoogte brengen.’ Nu begreep Alex er niets meer van. Wist zijn moeder van de reke- ning? Waarom had ze die dan nooit gebruikt? Slingerland gaf op die vraag geen antwoord. Bladerend in de stapel papieren veranderde hij van onderwerp. ‘Misschien kunnen we het over de rekening zelf hebben. Ik heb hier een overzicht van het saldo. Het gaat om een fors bedrag.’ Hij reikte Alex een kopie van het afschrift aan. ‘Het saldo op de rekening bedraagt na tweeëndertig jaar rente op rente 7.827.715 euro.’ Alex dacht dat hij het niet goed had verstaan en keek op het bank- afschrift. Hij zag een bedrag van bijna acht miljoen euro staan. Dat kon niet waar zijn. Hoeveel was die euro waard? Waarschijnlijk niet veel. In dollars zou het bedrag veel lager zijn. ‘Hoeveel is dat in dollars?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==