9789033130427

14 omdat hij niet voor de Duitsers wil werken.’ ‘Zou kunnen, maar dat weten we toch niet,’ antwoordt vader. ‘Het enige wat jij voor die mensen kunt doen, is voor ze bidden.’ ‘Dat is makkelijk gezegd.’ Vader knielt voor hem neer, zodat hij Jef recht aan kan kijken. ‘Het is het belangrijkste wat jij op dit moment kunt doen.’ Jef knikt langzaam. Hij voelt de boosheid wegzakken. Hij weet dat vader gelijk heeft. ‘Gelukkig komen de Duitsers hier niet. U heeft een vrijstelling om in Duitsland te gaan werken en u doet gelukkig niets ver- keerds.’ Vader knikt langzaam en aait hem door zijn haar. Hij zakt tegen zijn vader aan. Dan voelt hij de zaadjes in zijn broekzak weer. ‘Pap, mag ik bloemen zaaien in de tuin? Ik heb van Harmen wat zaadjes van goudsbloemen gekregen.’ Vader kijkt hem even van opzij aan. ‘Ja, dat is prima.’ Mooi! Zal vader weten wat het betekent? Hij kan maar beter niets zeggen. Dan lijkt het net echt op verzet. Hij doet een verzetsdaad tegen de Duitsers. Een glimlach trekt over zijn gezicht.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==