9789033130502

8 Kun je naar buiten kijken en vertellen wat je ziet?’ Seth kijkt door het keukenraam naar de achtertuin. ‘Ja, dat doe ik. Ehh... ik zie twee koolmeesjes in het vogelhuisje van de pinda’s eten.’ Opnieuw hoort Seth zijn vader lachen. ‘Kijk eens aan de voor- kant van het huis naar buiten.’ ‘Oké,’ zegt Seth. Hij loopt met zijn telefoon aan zijn oor naar de huiskamer. De gordijnen zitten nog dicht. Met één hand schuift hij een gordijn opzij. ‘Nou, wat zie je?’ ‘Dat het bewolkt is?’ ‘Nee, dat bedoel ik niet.’ ‘Bram en Mitchell zijn vuurwerk aan het opvegen.’ ‘Dichterbij.’ Seth kijkt naar de voortuin. ‘Ik weet het niet.’ ‘Wat staat er geparkeerd aan de stoep?’ ‘Wow,’ laat Seth zich ontvallen. ‘Een vette BMW! Zo’n minis- tersauto met getinte ramen.’ ‘Cool hè?’ ‘Had u ’m gezien toen u naar uw werk ging?’ Zijn vader lacht weer. ‘Nee, toen stond hij er nog niet. Let op!’ Seth ziet dat het raampje van de BMW naar beneden gaat. Zijn vader zit breed lachend achter het stuur van de BMW. ‘Pap, hoe kom u daar nou aan?’ ‘Ga je mee een stukje rijden? Kleed je snel aan!’ Dat hoeft zijn vader geen twee keer te zeggen. Seth rent naar de gang. Halverwege de trap heeft hij zijn badjas al uit en in drie tellen heeft hij zijn kleren van gisteren weer aan. ‘Mam, mam!’ roept hij als hij de trap afroffelt. ‘Ik ga met papa mee in een coole auto!’ Hij rukt zijn jas van de kapstok en rent de voordeur uit.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==