20 –
overigens zelf niet als vernieuwend, maar als een terugkeer
naar de kerk van het Nieuwe Testament en de kerkvaders.
Ambrosius van Milaan (339-397) schreef zijn beroemde hym-
nen immers ook voor de kerkzang, zo was zijn oordeel.
Luther was in de tweede plaats vernieuwend door de wijze
waarop hij gregoriaanse kerkliederen, die voor de gemeente-
zang niet geschikt waren, omsmeedde tot verzen die iedereen
kon meezingen. Vlak vóór hem had Thomas Müntzer (1490-
1525) dat ook geprobeerd.Hij vertaalde elf Latijnse hymnen in
zijn
Deutsches Kirchenampt
uit 1523.
6
Luther was zeer negatief
over de wijze waarop Müntzer alle Latijnse noten had laten
staan en daaronder een Duitse tekst gewrongen zonder op de
verhouding tussen toon en tekst te letten. Hij zei hiervan dat
zoiets ‘nicht artig und rechtschaffen’ klinkt en dat het nodig
is, dat zowel de tekst als de noten, het accent en de melodie
met de volkstaal overeenkomen.
7
Van zijn eigen liederen zei Luther dat hij daarin had geprobeerd
de accenten vanwoord enmelodie te laten samenvloeien in een
recht gebruik van zijn moedertaal.
8
In onze ogen is hij daarin
niet altijd geslaagd, want zijn dichtregels verraden nog te vaak
de techniek van het ‘getelde vers’ uit de traditie van de Duitse
volkszangers.We moeten hierbij echter wel bedenken dat het
schrijven van een zuiver metrisch vers zich pas in de loop van
de zestiende eeuw in de renaissancekunst ontwikkelde. Afge-
zien daarvan kunnen we constateren dat Luther er vaak wél in
geslaagd is een vloeiend vers te schrijven, waarin de accenten
op een natuurlijke wijze samenvallen. Een voorbeeld daarvan
is de verrassende bewerking van de melodie van de hymne
Veni Redemptor gentium
tot de wijs van het adventslied
Nun
komm, der Heiden Heiland.
Een ander voorbeeld vinden we in
de fraaie tertssprongen in de melodie van
Erhalt uns, Herr, bei
deinemWort
die de tekst op een bijzondere wijze uitbeelden.
9
In de derde plaats komt het vernieuwend karakter van Luthers
liederen tot uiting in sommige van zijnmelodieën.Het betreft
hier de zogenaamde ‘Wittenbergse’majeurmelodieën bij liede-
ren als
Ein neues Lied wir heben an
,
Nun freut euch, lieben Christen,
gmein, Ein feste Burg ist unser Gott
en
Vom Himmel hoch da komm
ich her
, die Luther ontleende aan de bekende ‘Silberweise’ van
Hans Sachs (1494-1567).Met hun korte opmaat, de springerige
noten, de in de kunst van de ‘meesterzangers’ geliefde Bar-
vorm.Met herhaling van de beginregels en hun proclamerend
ter inleiding: de wereld van luthers liederen
1...,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 17,18,19,20,21,22,23