– 21
karakter zijn ze alle uit hetzelfde muzikale hout gesneden, dat
wil zeggen: fris en voor die tijd modern.
10
Luther overbrugde
hierin de kloof tussen volksmuziek en kerkmuziek en hij liet
de gemeente liederen zingen in een voor haar vertrouwd klan-
kidioom. Deze breuk met de traditie leverde in de zestiende
en de zeventiende eeuw een stroomvan toegankelijke en voor
het volk bevattelijke kerkliederen op.
Liederen met een blijvende vitaliteit
Door alle tijden heen hebben Luthers liederen bewezen een
opmerkelijke vitaliteit te bezitten.
Dit was al zo in de tijd van de Reformatie. Ze werden door
middel van ‘vliegende blaadjes’ verspreid, door straatzangers
gezongen en door het volk uit het hoofd geleerd. De inhoud
ervan sloeg bij het publiek in als een bom, omdat daarin glashel-
der werd vertolkt wat velen wel hadden aangevoeld, maar wat
hun door de kerk altijd was onthouden. Zo was bijvoorbeeld
in 1529 Luthers Psalm 12,
Ach Gott vom Himmel sieh darein,
van
grote betekenis voor de overgang tot de Reformatie van de
stad Lübeck. Het kerkvolk gebruikte het als protestlied tegen
het verkondigen van dwalingen vanaf de kansel. Dit zou nooit
hebben gekund als de psalm vijf jaar na het schrijven ervan (!)
niet tot het gemeengoed van het volkwas gaan behoren, zodat
de kerkgangers deze uit het hoofd konden meezingen.
11
Ook in de achttiende eeuw, toen de Lutherse kerkmuziek een
hoogtepunt beleefde in het werk van Johann Sebastian Bach
(1685-1750), de Thomascantor te Leipzig, bleek de vitaliteit
van Luthers liederen. Het is op zijn minst verwonderlijk dat
deze wellicht grootste componist aller tijden niet moe werd
Luthers liederen in zijn orgelbewerkingen, kerkelijke canta-
ten, oratoria en passionen steeds weer te gebruiken en erop
te variëren. Natuurlijk heeft hij zich als gelovig Lutheraan
zeer verwant gevoeld met de inhoud, maar daarnaast heeft hij
als kunstenaar in de teksten en melodieën toch telkens weer
inspiratie gevonden om deze in zijn eigen werken op grootse
wijze te laten klinken. In zijn vocale werken bijvoorbeeld laat
hij de woorden van Luther op tal van plaatsen door middel van
muzikale effecten verrassend herleven.
In de derde plaats toonden Luthers liederen hun vitaliteit ook
aan het begin van de twintigste eeuw.
ter inleiding: de wereld van luthers liederen
Luther als augustijner monnik
(kopergravure door Lukas
Cranach de Oudere, 1520). De
vertaling van het onderschrift
luidt: Het onvergankelijke
beeld van zijn geest drukt
Luther zelf uit, Lukas
daarentegen laat de sterfelijke
gestalte zien.
1...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20,21,22,23