Totdat Silo komt

21 ‘De scepter zal van Juda niet wijken; noch de wetgever van tussen zijn voeten ...’ De scepter is de koningsstaf, die de vorst draagt in de hand, als teken van zijn waardigheid. Ook de wetgever is een koninklijk embleem, een staf die de koning omkneld hield, en die stond tussen zijn voeten, als hij zat op zijn troon. Zo zal dus de koningsheer- schappij berusten bij Juda. En de scepter zal van Juda niet wijken, totdat Silo komt. David was Israëls gezalfde koning en de Heere zou hem een eeuwig huis bouwen. Als hij ontslapen zou zijn, zou zijn zoon op zijn troon zitten. ‘Totdat Silo komt.’ Wel zou ook Davids huis ondergaan vanwege de zonden. Het zou een afge- houwen tronk worden, maar de belofte zou door- gaan: totdat Silo komt. Eeuwen zou het duren. Van de oude heerlijkheid zou weinig overblijven: een afgehouwen tronk in de aarde. Totdat ... De belofte wordt vaak zolang uitgesteld, maar ze gaat door. Wij klagen vaak: Zouden Gods beloftenissen Verder haar vervulling missen, Vrucht’loos worden afgewacht Van geslachte tot geslacht? Gods molens malen langzaammaar zeker,maar het gaat toch door. Wat uit Zijn lippen ging blijft vast

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==