De Parel van grote waarde

22 gunstige wind, die naar u waait en u roept om tot Immanuëls land te komen. Dat is dus een bijzondere tijd van genade. ‘Wanneer Gij zegt: zoekt Mijn aangezicht, zo zegt mijn hart tot U: ik zal Uw aangezicht zoeken, o Heere’ (Ps. 27:8, Eng. vert.). Wat geeft het te kennen dat de Heere zondaars roept? Deze roeping geeft te kennen dat zondaars van nature in een staat van opstand tegen de Heere zijn. ‘Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet’ (Rom. 8:7). Hij is hun rechtmatige Soeverein, maar zij zijn van Hem vervreemd. Ze zijn als een fort dat Hem buiten houdt. Daarom heeft het Evangelie veel te doen om hen tot overgave te dwingen. ‘Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vlese- lijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus’ (2 Kor. 10:4, 5). Wat is uw weigeren om u te onderwerpen aan Gods geboden en aan Zijn voorzienigheid anders dan opstand? Al de sterke vooroordelen en redeneringen van het verdorven verstand tegen de godsdienst zijn evenzovele sterke muren waardoor zondaars zich in hun opstand verdedigen. We kunnen uit deze roeping zien dat, hoewel de Heere de zondaar in stukken kan scheuren vanwege zijn opstand, Hij toch liever ziet dat de zondaar zich overgeeft. ‘Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere Heere, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==