Maleachi

15 lige bekommering’, zegt kanttekening 72. De inhoud van ‘de last’ wordt duidelijk wanneer we vers 36 lezen: ‘Maar des Heeren last zult gij niet meer gedenken; want een iegelijk zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert de woorden van den levenden God, den Heere der heirscharen, onzen God.’ Helder is, dat de boodschap, het ‘optillen van Gods Naam’, niet een menselijk product is, maar de wijze waarop de Hee- re Zich bekendmaakt. Weliswaar is niet de wijze waarop de Heere Zich openbaart belangrijk, maar de bron, de inhoud is doorslaggevend. Zo zijn niet de gaven van een ambtsdrager doorslaggevend in de dienst des Heeren, maar de woorden die hij spreekt: ‘Alzo zegt de Heere’. Dat moet voor de hoorders doorslagge- vend zijn. Brug naar vandaag ‘Alzo zegt de Heere. ’ Dat staat centraal in de boodschap van de profeet Maleachi. De profeet stond tussen God en het volk. Het was geroepen om getrouw het Woord van de Heere te verkondigen. Eerder sprak God direct tot mensen, zoals tot Adam en Eva in het paradijs, tot Abram in Ur der Chaldeeën en tot Mozes op de berg, maar verderop in het Oude Testament sprak Hij meestal door middel van profeten. Van een predikant wordt wel gezegd dat hij een ‘profetisch ambt’ draagt omhet volk Gods openbaring bekend te maken. Het is van groot belang omverschil temaken tussen de bood- schap (van God) en de boodschapper (prediker). Voor ambts- dragers is het gevaarlijk om te denken dat zij belangrijker zijn dan de boodschap. Ze zijn echter niet geroepen ommen-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==