Maleachi

12 Mijn bode / boodschapper.’ Deze lezing ligt echter niet voor de hand. Overigens hebben we geen andere voorbeelden van het gebruik van zo’n uitdrukking om een niet bij name genoemde auteur aan te duiden. We weten weinig méér over Maleachi dan dat hij woonde in het Juda van na de balling- schap. Hoe dan ook, de persoon van Maleachi heeft het Woord van de Heere gebracht en zich standvastig verweerd tegen het verzet van eigen volksgenoten. In het bijbelboek vinden we twee hoofdrolspelers. Het zijn Jakob en Ezau. Er wordt teruggeblikt op de geschiedenis van deze twee broers (Gen. 25:21-28). Maar ook worden hier hun nakomelingen bedoeld: Israël (Gen. 32:28; Ex. 1:1) en Edom (Gen. 25:30; 36:1). Edom is het onderwerp van een groot aantal oordeelsprofetieën. We vinden ze in met name Obadja, maar ook in Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Joel en Amos. De inwoners van Edom, nakomelingen van Ezau, vinden we in het Over- jordaanse, en wel specifiek in het landschap ten zuidoosten van de Dode Zee. In tegenstelling tot andere profetische boeken begint Malea- chi zonder tijdsaanduiding. De tijd waarin het boek geschre- ven is, moeten we dus afleiden uit de context en de verwoor- ding van de profetie. Het is in elk geval duidelijk dat het boek na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap is geschre- ven. Er is zonder enige twijfel sprake van de tempeldienst. Die herinnert aan de bouw van de tweede tempel (Ezra 1; 3:2-10). Kores, de koning van de Perzen, stond de Israëlieten toe om terug te keren en te beginnen met de herbouw van de tempel. Dit besluit werd door Darius in 520 voor Chris- tus opnieuw bekrachtigd. Onder aanmoediging van Haggaï

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==