Uw goedheid kroont de jaargetijden

Geliefde lezer, In de achterliggende jaren mocht een elftal boeken van mijn hand verschijnen.Het is tot verwondering dat deHeere hiervoor kracht, lust en liefde gaf. Toen er een verzoek kwam van uitgeverij Den Hertog om uit de diverse bundels een dagboek samen te stellen, hoefde ik daarover niet zo lang na te denken.Mijn antwoordwas kort en krachtig: nee! Enerzijds omdat er al zo veel dagboeken zijn en anderzijds omdat demens zo snel in het middelpunt staat. Enige tijd later kwamnog- maals het verzoek omeen dagboek te laten verschijnen, enweer was mijn antwoord afwijzend, hoewel minder stellig.Dit duurde totdat de Heere mijn hart overboog en ik mocht zien dat de Heere ook aan geringe middelen, afkomstig van geringe dienstknechten, Zijn zegen wil verbinden. Dat heeft Hij ook in het verleden menigmaal bewezen. Toen veranderde mijn nee in een toestemmen. De reeds verschenen meditatie- en prekenbundels zijn voor het grootste deel tot stand gekomen dankzij de medewerking van mevrouw A.C. Lagendijk-Noordzij te Ridderkerk. Bij de uitgaven was ook steeds de heer A. Bel te Vlaardingen betrokken, als uitgever van Den Hertog in Houten, en ook later, nadat hij met pensioen gegaan was. De dagboekstukjes zijn door hem geselecteerd. Aan beiden betuig ik mijn hartelijke dank voor het vele werk en de liefdevolle samenwerking. De titel is ontleend aan Psalm 65: Uw goedheid kroont de jaargetij- den. In de onberijmde tekst luidt dit: ‘Gij kroont het jaar Uwer goedheid.’ De kanttekenaars tekenen hierbij aan: ‘Elk deel van het jaar versierende met bijzondere zegen’, en bij het woord goedheid schrijven zij: ‘Dit is: Uwgoed jaar, dat vanUwweldaden overvloeit.’ Geliefde lezer, het is mijn wens en bede dat de Heere de titel rij- kelijk wil waarmaken, door dit eenvoudige werk met Zijn zegen te bekronen, zodat de toepassing daarvan jong en oud dagelijks zou verbinden aan Gods genadetroon, gelijk ook Salomo het volk toewenst in 1 Koningen 8. Barendrecht, 25 september 2018 Uw toegenegen emeritus predikant ds. J. Mijnders