Helder en klaar - deel 2

20 r e d e l i j k e g o d s d i e n s t , d e e l 1 is zondig. Alles staat haaks op de geestelijke dingen van God. Die twee gaan echt niet samen, hoor. En komt er al eens een straaltje geestelijk licht naar binnen, dan heb je daar zelfs een hekel aan. ‘En de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht’, zie Johannes 3:19. Maar als ik me zou willen bekeren, kán ik het dan wel? De Heere Jezus is helder: ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke’, zie Johannes 6:44. Je ziet: niemand kan zichzelf bekeren. God moet je trekken, anders kom je nooit tot Hem. Geestelijk ben je dan ook dood. ‘Daar gij dood waart door de misdaden en de zonden’, zie Efeze 2:1. Let wel: Paulus heeft het hier over de geestelijke dood. En je weet: een mens die dood is, kan zichzelf niet levend maken. Tegenargument: in de Bijbel lees ik heel vaak het bevel om me te bekeren. Als ik dat niet zelf zou kunnen, zou het er niet zo duidelijk staan. Gods bevel om je te bekeren staat er niet om je duidelijk te maken wat jij kunt, maar om je te laten zien wat jij moet. Nog een keer die vraag die je hier eerder al hebt gelezen: heeft God je niet goed gemaakt? Je hebt het toch gekund? Vraagt God dan nu opeens teveel, omdat je het door eigen schuld niet meer kunt? Dit geldt overigens ook voor die bekende tekst die in dit verband zo vaak wordt aangehaald: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij’, zie Openbaring 3:20. Ook hier bedoelt de Heere niet dat jij die deur kunt opendoen. Het gaat in deze tekst allereerst over de uitwendige roeping. God gebruikt het kloppen als een middel om een hart te openen. I nwendig : passief Wat kan ik wel doen tijdens mijn bekering? Helemaal niets. Je bent volledig passief of lijdelijk. Wat zou je ook kunnen doen als je geestelijk onmachtig en blind bent? Trouwens, de Bijbel is heel helder over jouw aandeel in de bekering: dat aandeel is er niet. Het is volledig Gods werk. ‘Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn’, zie Johannes 1:13. Als het om de wedergeboorte gaat, ligt daar iets in van scheppen. En je weet: God alleen kan iets maken wat er daarvoor niet was. Hij maakt van jou een nieuw mens in de wedergeboorte. Daar kun je zelf niets aan af- of bijdoen. Tegenargument: als het werkelijk zo met me is, kan ik wel achterover leunen en wachten tot God me een keer bekeert.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==