Helder en klaar - deel 2

9 i n h o u d Inhoud Vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 30. De roeping . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Omschrijving 15 - Het middel 15 - Uitwendig en inwendig 16 - Uitwendig: niet iedereen 16 - Uitwendig: in het Oude Testament 16 - Uitwendig: niet alleen tot uitverkorenen 17 - Uitwendig: iedereen zalig? 18 - Inwendig: enkele opmerkingen 18 - Inwendig: onmogelijk om jezelf te bekeren 19 - Inwendig: passief 20 - Inwendig: God grijpt in 21 - Inwendig: niet tegen te houden 21 31. De wedergeboorte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Noodzakelijk 22 - Wel of niet wedergeboren 23 - Volledig nieuw 23 - Van dood naar leven 23 - Bijbel als middel 24 - Verschillende manieren 24 - Niet luisteren 25 - Wel luisteren 26 - Als kind 28 - Als jongere 29 - Als volwassene 29 - Als oudere 29 - Vrucht van de wedergeboorte 30 - Nog onbekeerd? 31 - Raad voor onbekeerden 32 - Blijdschap 33 - Raad aan bekeerden 34 32. Het geloof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Geloof voor wedergeboorte 35 - Letterlijk 35 - Inhoudelijk 36 - Andere termen 36 - Omschrijving 36 - Noodzaak 37 - Wat het is 37 - Wie geloven 37 - Plaats van het geloof 37 - Toestemmen en vertrouwen 38 - Waarin je gelooft 39 - Wat het geloof niet is 39 - Vertrouwen 40 - Andere geloofsdaden 41 - God is de oorzaak 42 - Middelen 43 - Doel 43 - Eigenschappen 43 - Vruchten 43 - Verschillen 44 - Ongeloof 45 - Kom tot geloof 45 - Toenemen in geloof 49 33. Kenmerken van het geloof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Inleiding 51 - Verschillen 51 - Onderzoek is nodig 51 - Soorten mensen 52 - Droefheid over de zonde 54 - Het geloof 56 - Praktijk van het leven 58 - Ontdekking 60 - Troost 60

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==