2 JANUARI
Adam (2)
Adam wandelt in het paradijs, de mooie tuin die
hij van God gekregen heeft.
Alles is goed.
Adam is naar het beeld van God geschapen.
Hij lijkt op God.
Adam wil wat God wil.
Adam is gelukzalig, vol van geluk.
Maar... het is niet zo gebleven.
God heeft gezegd dat Adam van één boom niet
mocht eten en hij heeft het toch gedaan.
Adam is ongehoorzaam geweest aan God.
Daarom noemen we de zonde die Adam gedaan
heeft de zondeval.
Adams wil, die gehoorzaamwas, wordt ongehoor-
zaam.
Zijn hart, dat goed was, wordt boos (zondig).
Hij droeg het beeld van God en draagt nu dat van
de duivel.
Met zo’n hart wordt iedereen geboren.
Daar moet je eens goed over nadenken.
Zoek op in de Bijbel:
Genesis 3:9 - Wat riep God toen Adam gezondigd had?
Genesis 3:10-14 - Aan wie gaf Adam de schuld van zijn zonde?
En Eva? Wat sprak God?
Lezen: Genesis 3:1-8
Zingen: Psalm 51:1
1,2,3,4 6,7