De slimste opa van de wereld

8 ‘Mama is aan het werk. Vanmiddag is ze weer thuis.’ ‘Dat is zielig voor de juf,’ zegt opa. ‘Is ze net ziek als jul- lie weggaan.’ Jasmijn knikt heel hard. Haar staarten springen op en neer. ‘Numoet er iemandandersmee! Maar de juffen enmees- ters zijn op. Gaat u mee, papa?’ Papa stapt over Jasmijns rugzak heen. ‘Ik kijk wel uit. Mij niet gezienmet zo’n klas vol zeurende kinderen.’ ‘Ik zeur nooit!’ roept Jasmijn. ‘Dat doet Tijs altijd!’ ‘En jij klikt altijd,’ gilt Tijs. Opa houdt zijn handen tegen zijn oren. ‘Mogen die monden misschien iets minder wijd open? Ik krijg er koppijn van.’ ‘Oo, opa,’ roept Tijs. ‘Dat mag u niet zeggen!’ Opa kijkt verbaasd. ‘Wat doe ik verkeerd?’ ‘U hebt hóófdpijn, geen koppijn.’ ‘O,’ mompelt opa. ‘Het voelt anders wel zo.’ Papa neemt een grote stap over Jasmijns jas heen. ‘Jasmijn, ruim die spullen eens op. Zo breek ik mijn be- nen nog.’ ‘Goed zo,’ zegt opa. ‘Goed zo?’ vraagt papa. ‘Ja,’ zegt opa. ‘Want je zegt “ik breek mijn benen”. Als je poten zegt, krijg je straf van Tijs.’ ‘Opaa!’ roept Tijs. ‘U mag geen “poten” zeggen!’ Opa kijkt verbaasd. ‘Dat zei ik toch ook niet?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==