Smokkelaars in de mist

8 snelweg af. Dan schrikt hij. Op de afrit staat een politieauto dwars op deweg. Krachtig remt hij af. Hij moet erlangs! Tussen de vangrail en de achterkant van de politieauto is nog een ope- ning. Meteen rijdt hij zijn auto erdoor. Er klinkt een schurend geluid, maar hij is er langs. Hij geeft vol gas. Met hoge snelheid neemthijdebocht.Hijzietdatnutweepolitieauto’shemvolgen. Met een verbeten trek op zijn gezicht stuurt hij de provinciale weg op. Hier is het veel drukker. Wild trapt hij het gaspedaal weer in.Hij passeert eenautomet caravan.Depolitieauto’s zijn even niet te zien. Meteen geeft hij weer gas. Opnieuw haalt hij een paar auto’s in. Danmaakt de weg een bocht en doemen er verkeerslichtenop. Een lange rij auto’s staat voor het rode licht. Daniël is niet van plan om te wachten. Vlak voor het aanko- mende verkeer rijdt hij de wachtende auto’s voorbij en slaat danrechtsaf.Hij nadert eenwoonwijk.Met hoge snelheidraast hij over een verkeersdrempel. Even lijkt het alsof hij de macht over het stuurt dreigt te verliezen, maar het gaat goed. Uit een zijstraat komt een politieauto met loeiende sirenes aanrijden. Meteen rijdt Daniël een andere straat in. Een verlammende schrik trektdoorzijnlichaam.Middenopdewegstaat eenauto. Ontwijkenkannietmeer.Hard rijdt hij tegende autoaan. Door de schok bonkt zijn hoofd tegen het stuur. Een stekende pijn schiet in zijn nek. Een politieauto rijdt hem klem. De deuren moeten op slot! Nog geen tel later wordt er aan het portier gerukt en op het raam gebonkt. Met wilde paniekogen kijkt hij opzij. Een agent staat met zijn hand op zijn pistool voor het raam. ‘Uitstappen!’ Nog eens wordt het op het raam gebonkt. Er verschijnen nog meer agenten.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==