Mees en Tijn op jacht in het ziekenhuis

13 ‘Ja, dat is Jet. Zij en haar zusje Sien hebben samen al vier prijzen gewonnen.’ ‘Wat kunnen ze dan?’ vraagt Mees. ‘Hardlopen of kunstjes of zo?’ De buurvrouw lacht. ‘Nee hoor, gewoon omdat ze er goed uitzien.’ ‘Wat gek!’ zegt Mees zacht. Tijn geeft hem een schop tegen zijn voet. ‘Sst!’ Gelukkig heeft de buurvrouw het niet gehoord. ‘Wil je ook even binnen kijken?’ vraagt ze. ‘Daar zijn de hamsters.’ ‘O ja, leuk!’ Mees zet Wim voorzichtig terug in het gras en staat op. Achter de buurvrouw loopt hij samen met Tijn naar binnen. In de kamer staat een grote kooi met allemaal buizen en gangen. ‘Is dat voor de hamsters?Wat groot!’ Mees blijft voor een kooi staan. ‘Dat zijn buizenkooien,’ vertelt de buurvrouw. ‘Daar kunnen ze in rennen en spelen.’ ‘Mogen ze niet loslopen in de kamer?’ BuurvrouwPien lacht:‘Nee,danknagenzealleskapot. Daarom hebben ze een grote kooi, dan vervelen ze zich niet.’ ‘Mogen ze niet buiten bij de cavia’s?’ vraagt Mees. ‘Nee, hamsters kunnen beter binnen blijven. Ze wor- den snel ziek als ze kou vatten.’ ‘Maar ik zie helemaal geen hamsters.’ Mees staat nog steeds met zijn neus vlak voor de kooi.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==