Mees en Tijn en het avontuur met de roeiboot

7 De u i t nod i g i ng ‘Oma heeft gebeld, Mees. Ze vroeg of je zin had om te komen logeren.’ Mama zet de borden op tafel. ‘Ik dacht dat je dat wel leuk zou vinden, toch?’ Mees houdt zijn handen onder de kraan, hij geeft geen antwoord. ‘Mees?’ Mees spuit wat zeep op zijn hand en haalt zijn schou- ders op. ‘Ik vind het wel leuk bij opa en oma, maar ook soms een beetje saai ... Opa is de hele dag weg. En oma is lief, maar ze is altijd binnen en zo ...’ ‘Opa is nu met pensioen, hij hoeft niet meer naar zijn werk,’ zegt mama. ‘En oma had tante Ellen ook gebeld. Tijn heeft wel zin om te logeren. Nou ja, dan moet hij maar alleen gaan.’ ‘Echt? Gaat Tijn ook, mogen we samen naar opa en oma?’ Mees doet de kraan dicht en maakt een sprongetje. ‘Echt leuk! Dan wil ik wel! Wanneer mogen we?’ ‘Wanneer mogen we wat?’ Papa komt ook binnen en hij kijkt naar Mees. ‘Ik ga bij opa en oma logeren, pap, samen met Tijn.’ ‘Is dat zo?’ Papa’s wenkbrauwen gaan omhoog. Nu kijkt hij naar mama. ‘Is dat wel een goed plan, die

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==