9789033130205

12 moment heeft hij niks meer tegen haar gezegd. Het is duidelijk dat ze hem niet leuk vindt ... Ineens schiet hij overeind. Hij is in slaap gevallen, maar ergens van wakker geworden. Hij kijkt op zijn mobiel: tien over twaalf. Lang heeft hij nog niet geslapen. Wat is er gebeurd? Dan herinnert hij zich de ruzie tussen zijn ouders weer. Maar dat kan toch de reden niet zijn dat hij wakker is geworden? Om elf uur zouden ze nog één glas wijn drinken en dan ook naar bed gaan. Of ... Hij luistert gespannen. Ja, nu weet hij het zeker. Het is de stem van zijn vader: ‘Daar moet jij je niet mee bemoeien ...’ Er klinkt een klap. Een schreeuw. Hij herkent de stem van zijn moeder. Wat moet hij doen? Naar Gregory gaan? Nee, dat heeft geen zin. Die komt voor een ruzie tussen hun ouders zijn bed niet uit. Ronnie zet zijn voeten op het laminaat. Twee harde klappen klinken, alsof iemand met zijn vuist ergens tegenaan slaat. ‘Nee, niet doen! Ik ... politie.’ Dat is zijn moeder. Er klinkt angst in haar stem. ‘Als je dat doet ...’ Zijn vader lijkt alleen maar kwader te wor- den. Ronnie kan het niet langer aanhoren. De spanning in zijn maag verandert in enorme boosheid.Waar zijn ze mee bezig? Hij rent de trap af en blijft in de deuropening van de kamer staan. Zijn moeder zit op de bank en knijpt met de linkerhand haar neus dicht. Op haar mitella zitten rode vlekken. ‘Stoppen!’ Zijn hart bonkt. Het liefst zou hij zijn vader een dreun geven, maar hij weet dat hij dan een hardere klap terug- krijgt. ‘Zij begon,’ antwoordt vader. ‘Dat zeggen kleuters ook als ze ruzie hebben.’ Ronnie perst

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==