9789033130311
10 Niet vernield Als ik dit schrijf, heb ik de dag tevoren een kleinkind verloren. Het meisje werd dood geboren en we zijn allemaal erg verdrietig, niet opstandig. Het raakt me diep. Ik zie weer des te scherper dat door de zonde de dood in de wereld is geko- men en dat we als mensen schuldig staan tegenover God. De zonde is zo ernstig dat de dood wel moest komen. Ja, ik zie het beter dan de dag ervoor. Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat we niet allemaal vernield zijn. Het is dan ook niet vreemd dat er een kleinkind is gestorven; het is vreemd dat ik er nog zeventien heb die gezond zijn en leven. Wat is God goed! Ik ben erg verdrietig, en mijn kinderen misschien nog wel meer, maar ik voel me ook des te schuldiger.Waaromhebbenwe tegen zo’n goeddoendGod gezondigd?Wat heeft God verkeerd gedaan? Hij overlaadt ons dag aan dag met Zijn gunstbewijzen. Ik moet aan Klaagliederen 3 denken. Jeremia was boos op God en klaagde God als het ware aan. Hij vergelijkt God met een beer en een leeuw. Hij scheldt bijna dat zijn tanden zijn afgebroken en schrijft hoe bitter het leven is. Lees het eerste gedeelte van dat hoofdstuk maar. En dan ineens draait zijn toon om als een blad aan een boom. Klagen over God? Klagen omdat Jeruzalem is ingenomen? Het is beter om te klagen over de zonde en dankbaar te zijn dat er niet nog meer doden zijn gevallen en dat wij er nog zijn. Het is Gods goedertierenheid dat we niet vernield zijn, niet aan ons einde zijn gekomen. Zijn barmhartigheden hebben echter geen einde. God bedoelde het goed, schreef Jeremia.Het is goed om je juk
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==