9789033130540

11 drie grote broers bezig met knutselen aan een oude tractor. Eenzus zeemt de ramenvandeboerderij voormama. Enkleine Mirthe rijdt ophaar fietsje rond. DehondHerta looptmet haar mee. Het lijkt net of hij op haar past. Jef wijst in de verte. ‘Kijk dan. Papa komt eraanmet de tractor.’ ‘Ja’ knikt Jette. ‘Endaar, naast de kersenboomgaard, is het huis van opa en oma.’ Ze zitten een poosje stil naast elkaar. ‘Zo zaten we ook in mama’s buik hè,’ zegt ze. ‘Op een tak?’ lacht Jef. ‘Nee joh, maar wel zo dicht naast elkaar.’ Jef haalt zijn schouders op. ‘Daar denk ik nooit over na. Dat zijn vast meidendingen.’ ‘Ikwel,’ zegt Jette. Ze probeert een noot te pakken, die aan een tak hangt. ‘Kijk uit, straks val je nog,’ zegt Jef. Maar het is al te laat. Jette ploft met een gilletje op de grond.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==