9789033130557

9 Hoofdstuk 1 ‘Klaar voor de sprong?’ ‘Yes!’ roept Peer. Hij houdt het stuur van zijn fiets extra goed vast en volgt het achterwiel van zijn vader die behendig om een tak heen stuurt. Dit is een van de moeilijkste routes die hij kent. Vooral het laatste stuk vraagt veel van hun stuurkunsten. Ze krijgen nu een scherpe bocht naar rechts en beginnen aan de afdaling. Daar komt de bult waar je even heerlijk kunt springen. Zijn vader zweeft al door de lucht. Peer zet zich schrap en komt op het juiste moment met zijn lichaam omhoog. ‘Joehoe,’ schreeuwt hij, terwijl hij op de pedalen gaat staan en loskomt van de grond. Een paar tellen later komt hij met een klap weer op het bospad terecht. Zijn vader maakt nu tempo. De bomen flitsen links en rechts voorbij. Een scherpe bocht naar links en dan zijn ze weer bij het vertrekpunt aangekomen. ‘Dit is de lekkerste route die ik ken, Peer,’ zegt zijn vader hijgend. Met de palm van zijn hand wrijft hij het zweet van zijn gezicht. ‘En de moeilijkste, met al die bochten in de afdaling.’ ‘Zullen we hem nog een keer nemen?’ vraagt Peer. Zijn vader kijkt op zijn horloge. ‘Het is kwart over vier.We moe- ten nog de koffers inpakken.’ De goede bui van Peer is meteen verdwenen. Overmorgen zit hij in het vliegtuig naar Toronto. Als het aan hem ligt, blijven ze dit jaar lekker thuis, maar hij moet mee. Veertien vindt zijn vader te jong om alleen thuis te blijven. Bovendien is dit geen normale vakantie. ‘Dus dit was voorlopig de laatste keer mountainbiken?’ zegt Peer met een zucht.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==