9
Ten geleide
H
ET WAS OP VERZOEK van een aantal catechisanten en een
tweetal catechiseermeesters dat Matthew Henry op 25 en 26
mei 1713 speciaal voor jongeren heeft gepreekt. Hij koos als teksten
Spreuken 15 vers 32a: Die de tucht verwerpt, versmaadt zijn ziel, en
Spreuken 19 vers 16b: Die zijn wegen veracht, zal sterven.
In die tijd was Henry nog druk bezig met het schrijven van zijn
Commentaar op de vier Evangeliën en de Handelingen der aposte-
len. Het kwam hem eigenlijk niet zo goed uit de preken uit te wer-
ken en voor de druk in gereedheid te brengen. Er werd echter enige
druk op hem uitgeoefend om dit toch maar te doen, en zo heeft hij
aan het verzoek tot publicatie gehoor gegeven. Het geschrift ver-
scheen onder de titel
Self-Consideration Necessary to Self-Preservation,
or, the Folly of Despising our Own Souls, and our own Ways. Open’d in
Two Sermons to Young People.
Nu wordt voor het eerst een Neder-
landse vertaling geboden. Om de structuur van de inhoud duide-
lijker te laten uitkomen, zijn in de tekst tussenkopjes aangebracht.
Het waren ernstige dingen die Henry in zijn boek aan de orde stel-
de. Eerlijk heeft hij zijn gehoor gezegd hoe het er met de mens van
nature voorstaat. Dat is de ene kant van de zaak. De andere is dat hij
ruim en gunnend heeft gewezen op het heil van God in Christus, tot
behoud van zondaren.
Hoewel hij zich in de preken met name tot jongeren heeft gericht,
ontbreekt het woord tot de ouderen geenszins. Als predikant doet
Henry zich hier kennen als een bewogen zielzorger. Hij gaat naast
1,2,3 5,6,7,8,9