12
vaders in het oude testament
ze moeten zorgen voor hun levensonderhoud. Niet langer
deelden ze in de overvloed van de vele vruchten die groeiden
in de lusthof, maar zwoegend en zwetend hebben ze ge-
geten van de opbrengst van het land. En menigmaal hebben
ze last gehad van doornen en distels die overal opschoten.
Maar de belofte vanGod heeft hen overeind gehouden. God
had beloofd dat er een Nakomeling, een Verlosser geboren
zou worden, en Adam had zijn vrouw alvast Eva genoemd:
moeder aller levenden.
Groot is de vreugde geweest toenEva zwangerwerd.Tegelijk
zullen de vragen vele geweest zijn. Het eerste mensenpaar
wist niet hoe alles zou verlopen. Niemand kon spreken over
het verloop van de zwangerschap en de komende bevalling.
Dreigend waren de woorden die de Heere na de zondeval
gesproken had tot Eva: ‘Ik zal zeer vermenigvuldigen uw
smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen
baren’ (Genesis 3:16m). Zouden we te veel zeggen als dit
echtpaar menigmaal de knieën gebogen heeft om de Heere
te vragen?
God gaf een zoon en de verwachting van Eva was groot. Ze
noemde hem Kaïn, de ‘verkregene’. ‘Ik heb een man van de
Heere verkregen’, sprak ze en we proeven de verwachting
dat hij de beloofde Messias was. Daarna werd opnieuw een
zoon geboren, Abel. We kennen de geschiedenis van beide
zoons. Adam zal ze ongetwijfeld veel hebben verteld van de
Schepper en Zijn woorden en daden. Hij heeft ook moeten
spreken van zijn zonde en val.Demoederbelofte zal veel heb-
ben geklonken. Beide zoons gaan meehelpen om te kunnen
voorzien in hun levensonderhoud.Abel wordt schaapherder
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11