De Parel van grote waarde

16 een zachter en gemakkelijk juk tot zaligheid en heil van de boetvaardige zondaar. ‘Neemt Mijn juk op u, en leert vanMij’, zegt Jezus, ‘want Mijn juk is zacht’ (Matth. 11:29, 30). Dit juk wordt niet opgelegd tegen iemands wil, en daarom gaan degenen die tegenwerken en het niet willen aannemen, zon- der dit juk. Dit tweede juk is het juk dat hier bedoeld wordt. God als een Rechter legt het eerste soort juk op, en God als een Zaligmaker biedt aan het tweede soort juk op te leggen. Dit laatste juk is het juk van een welwillende, vrijwillige onderwerping aan God in Christus, door zichzelf aan Hem over te geven. We moeten ons aan Hem overgeven als onze rechtvaardige Heere en Overste, zoals ‘de vorsten en helden, ja, ook al de zonen van den koning David, de hand gaven, dat zij onder den koning Salomo zijn zouden’ (1 Kron. 29:24). We moeten niet meer gaan zonder juk, maar we moeten Zijn juk op ons nemen. Er zijn twee soorten jukken. Het eerste is het juk van onder- werping aan de wil van Zijn geboden. Hij Die u geschapen heeft, biedt u aan om u te regeren en te besturen, om geboden aan u te geven, die gehoorzaamd moeten worden. ‘Gij hebt geboden dat men Uw bevelen zeer bewaren zal’ (Ps. 119:4). Het is uw plicht om u te onderwerpen, om Zijn wil tot uw wet aan te nemen. Hij moet zowel gehoorzaamd als geloofd worden. Hij is ‘allen die Hem gehoorzaam zijn, een Oorzaak der eeuwige zaligheid geworden’ (Hebr. 5:9). Het tweede soort juk is dat van de wil van Zijn voorzienigheid. Hij, Die de wereld en u geschapen heeft, maakt aanspraak op de besturing van de wereld en van u. Omdat u van Hem bent, mag Hij, wat uw lot betreft, met u doen wat Hij wil. ‘Is het mij niet geoorloofd te doen met het mijne, wat ik wil?’ (Matth. 20:15). Hij wil niet dat u meester bent over uw eigen