Leer ons onze dagen tellen

16 geworden boven alle dingen? Indien dit ons nog een vreemde zaak is, dan is het ook nog niet wél met ons, al waren wij dan ook schatrijk naar dewereld.Want wij gaan naar een eeuwigheid, waarvan het gewicht maar al te schaars gekend wordt door de kinderen vanAdam, en wij kunnen niet zalig worden als wij hier in de korte en onzekere genadetijd niet als arme zondaren leren vluchten tot Christus door het geloof. Ten derde. Indien wij de vraag met ‘ja’ zullen kunnen beant- woorden als men ons vraagt: Is het wél met u? dan moeten wij ook kunnen zeggen dat onze zonden ons zware en drukkende lasten zijn. En dat niet alleen onze uitwendige zonden, die ons schandelijk en onverdraaglijk voor anderen maken, maar ook en wel bijzonder de plagen en kwalen van ons hart, zoals onze liefdeloosheid, dodigheid, aardsgezindheid, lauwheid in de godsdienst, afzwervende gedachten onder het gebed, ijdelheid der gedachten, nijdigheid en bedroefdheid, als het anderen beter gaat dan ons, inwendige haat en wat dies meer zij. Deze zonden kunnen anderen in ons niet zien of merken, en toch moeten zij ons tot een last en smart zijn, en wij behoren voor God daarover te zuchten, zeggende als David: ‘Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinigmij van de verborgen afdwalingen’ (Ps. 19:13). Indien dit geheel niet in ons gevonden wordt, dan is het een teken dat er geen geestelijk leven in ons is, en dan is het ook niet wél met ons, wat het uitwendige ook schijnen moge.Want zulke mensen, met wie het nu en eeuwig wél is, die treuren en klagen er dagelijks over voor deHeere dat zij zulk een verleidelijk en bedrieglijk hart hebben, dat zij in hun plichten en godsdienstoefeningen zo dikwijls verstrooid en afgetrokken worden, dat zij zo weinig hemelsgezindheid in zich gevoelen, dat zij zoweinig profijt en nut doenmet demiddelen der genade en dat zij zo weinig nuttig zijn in de wereld. Ja, zij treuren en klagen over al hun zonden en dat niet alleen of voornamelijk

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==