Bouwen en bewaren

16 gezegd: ‘U kunt voortaan het belastinggeld uit Jeruzalem, uit Juda, wel vergeten.’ Ze herinnerden de koning ook nog eens aan een oude wet die voor altijd de herbouw van Jeruzalem verbood. En toen gebeurde het: op last van de koning van Perzië moest de herbouw worden stilgelegd. Elke bouwactiviteit moest worden beëindigd. Dit nieuws komt Nehemia nu ter ore. Het is een boodschap die hem vreselijk aangrijpt. Hij beluistert dit niet zomaar als een nieuwtje, maar deze boodschap raakt hem tot in het diepst van zijn gemoed. Zo erg wordt hij erdoor geraakt dat hij straks zijn werk als schenker bij de koning zal neerleggen. De eer van God, het geestelijk welvaren en de toekomst van Israël gaan hem zeer ter harte. Jeruzalem, de muur... Die zorg is groot voor Nehemia. Misschien denkt iemand: is zo’n muur eigenlijk wel belangrijk? U denkt dan aan oude steden in ons land waar nog stadsmuren of stukken daarvan overeind staan. Zijn de muren en de herbouw daarvan nu zo belangrijk voor Jeruzalem dat Nehemia daar zo over in moet zitten? Jazeker. Want het zijn de muren van de stad waarvan God gezegd had dat Hij haar Zelf begeerde tot Zijn woning. Als de muren van Jeruzalemniet herbouwd zouden wor- den, zou het een opengebroken stad blijven. Dan zou de vijand zomaar vrij toegang hebben. Zonder muur was het leven van het volk binnen de stad niet veilig. Dan kon de vijand ongehinderd zijn slag slaan. Die muur is echter niet alleen een teken van letterlijke veiligheid tegen de wapens van de vijanden. Het is ook een beeld van gees- telijke veiligheid. Muren maken altijd scheiding tussen de een en de ander.Nu hadGod bevolen dat er een scheiding zou zijn tussen Zijnbondsvolk ende heidenvolkeren rondom.Die scheidingwordt hier nu gemist. Er is dus het gevaar dat de dienst van God wordt vermengd met het heidendom, het gevaar van aanpassing aan de