Dicht bij Dordt

9 Woord vooraf Het was in de zomer van 2006. Tijdens een bezoek bij een oude Zeeuw kwam het gesprek op het onderwerp van de Dordtse Leerregels. Ik mocht graag bij hem komen. Het was een man die zich niet snel blootgaf. Hij was beschroomd en durfde geestelijk gezien niets op zichzelf te betrekken, altijd bang dat hij zich zou vergissen. Toen ik hem vroeg hoe het in zijn hart lag, bleef het even stil.Toen zei hij: ‘Ga maar preken over de Dordtse Leerregels, dominee. Daarin wordt mijn hart verklaard.’ En dat heb ik gedaan. In het Zeeuwse Kerkwerve heb ik voor het eerst uit de Dordtse Leerregels gepreekt. Zo’n tien jaar later heb ik dat op Urk nog eens gedaan. Het was me een waar genoegen. Naar mijn beleving klopt dit in dit belijdenisgeschrift zowel het hart van de gereformeerde theologie als het hart van Gods kind. Ik moet ook zeggen dat ik er voor mezelf onderwijs uit heb ontvangen. Onderwijs dat bemoedigt, versterkt en corrigeert. Bovenal laat het me steeds weer zien dat het alles uit God is. Er komt niets van mij bij. Zalig worden is geheel en al het werk van een Drie-enig God. In dit gedenkjaar van Dordt – vierhonderd jaar geleden ging de Dordtse Synode van start – is er veel aandacht voor de Dordtse Leerregels. Dit boek zal beslist niet het enige zijn dat in het kader hiervan verschijnt. In dit boek treft u of jij geen uitvoerige ver- klaring van de Dordtse Leerregels. Daartoe zijn andere schrijvers

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==