De duisternis tot licht gemaakt

9 Inhoud Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 1. Jezus ontmoet de blindgeborene . . . . . . . . . . . . . 13 Johannes 9:1-5: En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er ge- zondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden? Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden. Ik moet werken de werken Desgenen Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, waarin niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld. 2. Jezus geneest de blindgeborene . . . . . . . . . . . . . . 32 Johannes 9:6-7: Dit gezegd hebbende, spoogHij op de aarde, enmaakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden, En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende. 3. De genezen blinde en zijn buren . . . . . . . . . . . . . . 47 Johannes 9:10: Zij dan zeiden tot hem: Hoe zijn u de ogen geopend? 4. De genezen blinde en de farizeeën . . . . . . . . . . . . . 62 Johannes 9:13, 17: Zij brachten hem tot de farizeeën, hem namelijk die tevoren blind geweest was . Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem, dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een profeet.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==