9789033130809

17 moet aan zoiets hebben gedacht toen hij schreef dat de valse pro- feten de breuk op zijn lichtst heelden, dat wil zeggen: oppervlakkig behandelden. Ze deden een doekje op de wond en onderschatten de ernst van de situatie. De profeet Ezechiël had het over de valse profeten die het volk bedrogen met hun vrede-preken.Alsof zij een dun wandje met loze kalk bestreken.Het leek op een stevige muur, maar bij regen en wind zou die binnen de kortste keren instorten. Deze namaakprofeten kregen veel bijval en werden door de mensen op handen gedragen.Maar hun boodschap van vrede was ongegrond en sloeg nergens op. De oproep tot boete en berouw werd gemist. Ze repten niet over bekering en waren uit op de goedkeuring van mensen. Jesaja ging er dwars tegenin.De goddelozen hebben geen vrede.De door God geroepen mannen waren eerlijk, legden de wond bloot en verbloemden de waarheid niet.De zonde maakte scheiding en er was een oorzaak voor de ballingschap en alle andere ellende. Preekten Gods geroepen knechten dan geen vrede? O, zeker wel. Maar die vrede zou hun niet komen aanwaaien. Er zou vrede komen in de weg van bekering. Hadden ze maar naar Gods geboden geluisterd. Dan was hun vrede geweest als een rivier. Jesaja preekte over de Vredevorst en we horen: ‘Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die den vrede doet horen.’Heel duidelijk is het contrast in Jesaja 57:19-21: ‘Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede dengenen die verre zijn en dengenen die nabij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==