9789033130908

12 is Izak weer uit de dood op te wekken. Wat een geloof. Nooit kan het geloof te veel verwachten. In gedachten zienwe ze gaan: Abrahamen Izak. Ze beklimmen hetsteilebergpad.Het iseenstilletocht.Ditwaswel eenander soort stille tocht danwaar wij in onze tijdweleens van horen. Tot twee keer toe lezen we dat ze samen gingen. Lees maar in vers 6 en vers 8. Daar moet je niet overheen lezen. Daartussen lezen we dat ze even sprekenmet elkaar. Verder wordt er niet zoveel gesproken en gaan ze in stilte omhoog, ieder met hun eigen gedachten. Alsukinderenmaghebben,hebtudanookeengoedeverstand- houding met hen? Hebt u tijd voor hen? Even staan we hierbij stil, want er staat zo nadrukkelijk tot tweemaal: ‘Zo gingen zij beiden tezamen’ (zie vers 6 en 8). Vader en zoon trekken samen op. Hoe ligt dit bij ons? Kunnen onze kinderen bij ons terecht met hun vragen? Spreekmet elkaar over de Heere. Bid met uw kinderen. De vraag van Izak Ophetalleronverwachtswordtdestiltedoorbrokendoor Izak. Met hoogachting vraagt hij aan Abraham: ‘Vader, we hebben alles bij ons om te offeren, maar waar is het lam voor het brandoffer?’ (zie vers 7). Wat eenpijnlijke vraag voor Abraham. Watgaathij antwoorden?Gaathij eromheendraaien?Nee, dat hoeft niet, want deHeere geeft hemdewoorden inhet hart en in demond: ‘God zal Zichzelf een lamten brandoffer voorzien, mijnzoon’ (vers8).Wateengeloofsgetuigenis. Abrahamnoemt God als eerste in zijn antwoord aan Izak. Zijn hart is vol van God – ook in deze moeilijke omstandigheden. Abraham mag hier met een ruime blik vooruitzien. Het is een voorzegging

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==