9789033130946

18 de zichtbare wereld ontwierp en waardoor Hij die schiep. Verder zijnwij gewoon deHeilige Geest te verstaan als de voortbren- ging van Zijn gezegende wil, waardoor Hij Zijn eigen algenoegzaam, algezegendWezen – datHij alleen door Zijn oneindig verstand volmaakt doorgrondt – liefheeft, er een behagen in schept en ermee voldaan is. Daarom wordt Hij ‘de Geest’ genoemd, een woord dat ontleend is aan de gelijkenis met arme schepselen, die vele impulsen en geneigdheden tot verscheidene dingen hebben, en in beweging en tot actie worden gebracht vanuit met name dat deel in hen dat onzichtbaar is, het meest fijnbesnaarde deel, daarom ‘geest’ genoemd. Zo wendt de Heere Zijn almachtige kracht aan en oefent Hij Zijn oneindige wijsheid uit naar het welgevallen en het besluit van Zijn wil, want dat lijkt het rechtstreekse grondbeginsel van werking te zijn. Daaromwordt bij de schepping van de wereld melding gemaakt van de Geest. Hij zond Zijn Geest uit, en zij werden geschapen (Ps. 104:30). Dit zijn de zwakke en geringe pogingen van mensen om de hoogte van deze onnaspeurlijke verborgenheid te bereiken. Wij hebben zulke gissingen over het Woord van God en Zijn eeuwige generatie dat het is alsof bomen konden ondernemen de natuur van de beesten te verstaan, en beesten het zouden wagen zich rekenschap te geven van de geest die in de mensen is. De afstand tussen God en ons is zeker oneindig groter, enHij moet noodzakelijk groter ijdelheid, dwaasheid en duisternis zien in wat dan nog onze duidelijkste begrippen van Zijn majesteit zijn, dan wij zouden kunnen vinden in redeneringen en opvattingen van beesten over onze natuur. Als onze eigen ontvangenis in de baarmoeder al zulk een verborgenheid is dat die David deed zeggen: ‘O, hoe wonderbaarlijk en op welk een vreselijke wijze ben ik gemaakt.’Hij zag er een zeldzame kunst enwijsheid in die hij niet kon begrijpen, en hij geloofde dat er een oneindige kracht in was die hij niet kon verstaan, hetgeen zijn ziel over zulk een onverwacht wonder zo verbaasd deed staan, dat het hem bij de gedachte eraan deed vrezen en beven. Ik zeg, als de voortplanting van een arm schepsel al zoveel diepte van wijsheid in zich heeft, hoe kunt u er dan aan denken dat eeuwige wonder van de engelen te verstaan, de geboorte en ontvangenis van die eeuwige Wijsheid van God? En als