9789033131011

8 i n h o u d 4.2.3. Het gereformeerde of presbyteriale kerkstelsel – 46 4.2.3.1. Via media – 48 4.2.3.2. Eenheid van de kerk – 48 4.2.3.3. Elke gemeente autonoom – 49 4.2.3.4. Kenmerken gereformeerd kerkstelsel – 49 4.3. Het episcopale kerkstelsel – 50 4.4. Het independente of congregationalistische kerkstelsel – 50 4.5. Het collegiale kerkstelsel – 51 4.5.1. Algemeen reglement 1816 – 52 5. De organisatie van de kerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 5.1. Beginselen – 55 5.2. Gezag kerkorde – 56 5.3. Het kerkverband – 57 5.3.1. Kerkelijke gemeenschap – 57 5.3.2. Goed recht van het kerkverband – 58 5.3.3. Geen independentisme – 58 5.3.4. Redenen voor het kerkverband – 59 5.4. Organisatie van de kerk vanaf de Reformatie – 60 5.5. Het ontstaan van de Dordtse Kerkorde – 61 5.5.1. Het Convent van Wezel (1568) – 61 5.5.2. De Synode van Embden (1571) – 62 5.5.3. De Synode van Dordrecht 1618/1619 – 64 5.5.4. Na Dordrecht – 64 5.6. De kerken van de Afscheiding – 65 5.7. De Gereformeerde Gemeenten – 65 5.7.1. Het statuut – 67 6. De plaatselijke gemeente . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 6.1. De kerk en de ambten – 69 6.1.1. Niet heersen, maar dienen – 69 6.1.2. Gezag van het ambt – 70 6.1.3. Nieuwe gemeente – 71 6.2. Het ambt aller gelovigen – 71 6.2.1. De verantwoordelijkheid van de gelovigen – 71 6.2.2. Miskenning – 72 6.3. De kerkenraad – 73 6.3.1. De eis van een kerkenraad – 73 6.3.2. Smal en breed – 73 6.3.3. Kerkenraadsvergadering – 74 6.3.4. Censura morum – 74 6.4. De leden – 74 6.4.1. Geen ledenvergadering – 74

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==