Zomerzon en vreemde vrienden

16 Als Milan terug is bij zijn vrienden laat hij zich op zijn handdoek vallen. Hij maakt een gebaar en Larissa en Fassad kijken hun kant op. Fassad zwaait ook. ‘We zijn wel heel populair,’ zegt Tessa. ‘Kijk maar uit,’ grinnikt Floortje, ‘buitenlanders vallen op blond.’ ‘Floor, dat slaat nergens op.’ ‘Maar gaan we nog naar die gasten toe?’ vraagt Floortje. ‘Wat denk jij?’ Tessa staat al en vouwt haar handdoek op. Dan dringt opnieuw de vage geur Floortjes neus binnen. ‘Tes, ik ruik het weer ...’ ‘Wat?’ vraagt Tessa ‘Een geur van sigaretten.’ Tessa snuift. ‘Nee Floor, ik ruik rivierwater en het luchtje van Milan. Volgens mij is het nog een duur luchtje ook.’ Floortje weet zeker dat het de geur van sigarettenrook is. Terwijl ze haar handdoek oprolt, kijkt ze om zich heen. Er moet iemand in de buurt zijn. Ze kijkt naar het groepje van Milan. Daar rookt niemand. Snel trekt ze haar shirt over haar bikini aan. Haar ogen gaan naar de struiken achter hen. Ziet ze iets bewegen?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==