Zomerzon en vreemde vrienden

7 Hoofdstuk 1 Floortje draait zich om op haar handdoek, trekt haar dopjes uit haar oren en kijkt naar Tessa. Even sluit Floortje haar ogen en haalt diep adem. Ze voelt een tinteling door zich heen gaan. Deze week van de grote vakantie is al zo leuk begonnen, maar het allerleukste moet nog komen. Morgen ... Ze stoot Tessa aan. ‘Je ligt te verbranden.’ Verschrikt kijkt Tessa op. ‘Ik ben in slaap gevallen.’ Floortje gooit een tube zonnebrandcrème op Tessa’s handdoek. ‘Je moet je wel goed insmeren.’ Tessa pakt de tube. ‘Ben je gek of zo? Dit is factor twintig. Ik wil juist bruin worden.’ ‘We hebben nog genoeg dagen om te zonnen.’ Floortje rekt zich uit. ‘Ik wist niet dat jij aan ochtendgymnastiek doet.’ ‘Het is al bijna middag, Tes,’ zegt Floortje. ‘Voor jou kan de dag niet snel genoeg voorbijgaan, toch?’ Tessa kijkt haar plagend aan. Floortje is stil en kijk dromerig voor zich uit. Haar blik gaat over het strandje en over het kabbelende water van het grindgat naar de rivier in de verte. Tessa kijkt om zich heen. ‘Wie had kunnen denken dat wij met elkaar op vakantie zouden zijn?’ ‘Niets is zo verrassend als het leven van schippersdochters,’ zegt Floortje op serieuze toon, terwijl ze naar de Zuidenwind kijkt. ‘Aan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==