9789033130359

17 label stond het logo van de Huntingtonbank. Nummer 46. ‘Ook de sleutel van het kluisje van de Huntingtonbank is er nog.’ Hij keek omhoog naar de agent en toonde de sleutel. ‘Mijn moeder verstopte die altijd in deze beer.’ Ike keek naar de sleutel. ‘Kun je zien of er waardevolle zaken zijn verdwenen?’ Alex keek rond. ‘Mijn vaders laptop stond er gewoon nog ... Wacht even.’ Hij liep naar het nachtkastje aan de slaapkant van zijn moe- der. ‘Het sieradenkistje staat er ook nog.’ Hij opende het zwart glimmende kistje. Het zat er allemaal nog in. De gouden armband die zijn moeder alleen op feestjes droeg. De ketting met de barn- stenen hanger en de bijpassende ring. Zijn moeder had niet veel sieraden gehad. ‘Het lijkt erop dat er niets kostbaars is gestolen.’ ‘Dan is het de dieven om iets anders te doen geweest.’ ‘Maar wat dan?’ ‘Misschien was iemand alleen maar nieuwsgierig,’ opperde Ike, terwijl hij rondkeek. ‘Volgens mij hebben we het hier allemaal wel gezien. Zullen we naar beneden gaan?’ ‘Het kan ook met de moord te maken hebben,’ zei Alex. ‘De daders zijn toen in paniek weggevlucht. Misschien zijn ze teruggekomen.’ De agent haalde zijn schouders op. ‘Na vijf weken?’ ‘Ze hebben een paar weken gewacht totdat de aandacht wat ver- slapt was.’ Ike knikte. ‘Dat zou ook kunnen.’ ‘Wat gaan jullie nu doen? Hoe staat het nu eigenlijk met het onderzoek?’ ‘Voor zover ik weet, is er nog geen doorbraak. Maar eigenlijk moet je dat vragen aan de collega’s van moordzaken.’ Het duurde Alex allemaal veel te lang. Hij wilde recht. Het onschuldige bloed van zijn ouders moest gewroken worden. ‘Het is belangrijk dat de daders worden gepakt. Ik vind het ondragelijk te weten dat de daders nog gewoon vrij rondlopen.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==