9789033130359

19 zakje sieraden in zijn zak. Opeens had hij haast. Hij verlangde naar huis. Daar zou hij wel verder kijken. Hij riep de medewerkster. ‘Ik neem de inhoud mee,’ vertelde hij haar. ‘Dan kan ik er thuis beter naar kijken.’ ‘Zoals u wilt.’ Ze plaatste de bak in het kluisje en gaf hem zijn sleutel. ‘Wilt u het kluisje wel blijven huren?’ ‘Ja, voorlopig nog wel.’ Hij durfde geen nee te zeggen. Dat klonk zo onherroepelijk. Hij kon het nog niet afsluiten. In de auto stak hij zijn telefoon in de oplader en belde Elisabeth. Bijna direct nam ze op. ‘Hoi. Jongens, even stil! Ik heb papa aan de lijn ... Hallo Alex, ben je alweer onderweg naar huis?’ ‘Ik zit in de auto.’ ‘Hoe ging het? Heb je wat gevonden?’ Alex vertelde over de inbraak. ‘Wat vervelend. Zou best kunnen dat het de moordenaars waren ... Stil even, jongens! Ik kan papa niet verstaan.’ Op de achtergrond hoorde hij het gegil van de jongens. Een serieus gesprek zat er even niet in. ‘Hoe ging het vandaag?’ probeerde hij nog. ‘De jongens hebben buiten gespeeld, maar er was elke keer wat. Peter had Paul geslagen, dus die kwam huilend binnen. Daarna stonden ze te bonzen op de deur voor drinken. Al de vriendjes kwamen mee naar binnen. Vervelend dat je er vandaag niet was. Ik had nog willen werken aan mijn onderzoek. Maar heel de week is er al wat. Jouw reis naar Nederland en nu weer naar Morgantown. Ik hoop dat we nu in rustiger vaarwater komen. Dan kan ik eindelijk weer eens mijn werk doen.’ ‘Vanavond hoop ik weer thuis te zijn,’ stelde Alex haar gerust. ‘Ja, probeer op tijd te zijn. Ik ging naar Anita, weet je nog?’ Na het telefoontje kwamen de emoties. Onverwachts. Ze vielen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==