Het wonder van Gods vrije genade

22 heid 13 heeft, of onbekwamer is om zijn werk in deze wereld te doen. Nee, hij wordt in dit alles nog beter en vakbekwamer. Hij krijgt een dieper inzicht 14 en wordt meer toegewijd aan God. 15 Hij wordt het meer en meer eens met God. Zo verzot als hij eerst was op zichzelf, op de zonde en op de genegenheid van anderen, zo zuiver, rein en kuis wordt hij nu in zijn betrekking tot God, tot Jezus en tot Zijn kinderen. Dit alles gaat dwars tegen zijn redelijk denken in. Zijn genegenheden wor- den gebreideld en ingetoomd, en zijn lichaam wordt een werktuig van de Geest. Dit alles heeft grote invloed op al zijn daden. In de derde plaats toont God in bijzondere zin het wonder van Zijn genade dikwijls aan enkelen van Zijn kinderen door hen op een glorierijke 16 wijze de hemel in te leiden. Het is waar, God doet dit niet bij al Zijn kinderen. Hij laat ook niet alle goddelozen – hoewel zij het verdiend hebben – heengaan met een bitter en geërgerd 17 geweten, maar alleen deze en gene. En zo doet de Heere het ook bij Zijn kinderen. 13. wilsneiging 14. wordt verhevener in bevatting 15. Gode waardiger 16. triumphante 17. verwoed

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==