Licht voor mijn pad

8 j anuar i Geween Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween en smekingen der kinderen Israëls... Jeremia 3:21a D e profeet hoort in het verre noorden, in het land waarheen de tien stammen waren gebracht, een geluid. Het woord stem wil eigenlijk zeggen ‘geluid’. Hij hoort een geluid, eerst heel zacht, maar het wordt steeds krachtiger. Dan hoort Jeremia hoe de Heere het overblijfsel uit het rijk van de tien stammen gaat bekeren. Weet u hoe die waarachtige bekering begint? Die begint met een geluid. Eerst heel zacht, en dan steeds sterker. Vraagt u wat voor geluid dat is? We lezen het in vers 21: ‘Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen.’ Dat zijn dus die plaatsen waar de tempels voor Baäl stonden, de plaatsen waar het volk had gehoereerd, de plaatsen van zonde en overspel. ‘Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween en smekingen der kinderen Israëls.’ De waarachtige bekering begint niet met juichen, met zingen en met huppelen, maar als de Heere voor het oor van Jeremia laat horen hoe het overblijfsel uit de tien stammen in de toekomst tot God bekeerd zal worden, dan zegt Jeremia: ‘Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween.’ Een snikken, een zacht schreien, dat steeds luider wordt, ‘een geween en smekingen der kinderen Israëls...’ Zo begint het waarachtige werk van God in het hart: met geween. De ene mens weent gemakkelijker dan de andere. Er zijn mensen die geen traan uit hun ogen geperst kunnen krijgen, maar die toch iets kennen van de droefheid naar God. Er zijn ook mensen die schreien kunnen wanneer ze maar willen, maar het hart dat achter hun tranen verborgen gaat is een stenen hart. Het zal er maar om gaan hoe ons hart in waarheid voor God is! De waarachtige bekering begint met een hartelijke droefheid. Een droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Lezen: Jeremia 3:6-21

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==