Licht voor mijn pad

9 j anuar i Smekingen ...en smekingen der kinderen Israëls, omdat zij hun weg verkeerd, en den H eere hun God vergeten hebben. Jeremia 3:21b E erst geween, en dan smekingen. Smekingen zijn gebeden. Als een mens smekingen opzendt tot God, dan vráágt hij wat, dan begeert hij wat van de Heere. Dat is ook een kenmerk van de waarachtige bekering, maar daar begint het niet mee. De waarachtige bekering begint met wenen zonder vragen. Schreien, omdat we tegen de Heere hebben gezondigd, ‘omdat zij hun weg verkeerd, en den Heere hun God vergeten hebben’. Als de Heere een mens bekeert, dan begint Hij eenvoudig en concreet met het aanwijzen van de dadelijke zonden. Dan krijgt zo iemand zijn weg terug: zijn kleuterzonden, zijn jeugdzonden, de zonden van zijn volwassenheid, de zonden met zijn woorden, met zijn werken, met zijn gedachten. De Heere laat Jeremia het geween van de kinderen van Israël horen omdat zij hun weg hebben verkeerd. Dat betekent: krom gemaakt. Zó krom, dat die weg niet meer spoort met het heilig recht van God. Hebt u zo weleens mogen wenen? Dat is geen wenen dat een half uurtje duurt en dan in blijdschap verandert. O, Gods Kerk heeft er levenslang smart over dat ze haar weg verkeerd heeft en... dat ze de Heere, haar God, vergeten heeft. Dat is de kern van de zonde. Misschien hebt u helemaal geen uitbrekend zondige weg gehad in uw leven. Misschien weet u niet wat sportverdwazing is, en hebt u nog nooit gehoereerd of gestolen. Maar de kérn van de zonde is dit: dat ze de Heere vergeten hebben. U kunt helemaal in het zwart gaan, u kunt voorbeeldig leven, maar in dat alles kunt u toch de Heere vergeten, dagen zonder getal. Dan wordt God in uw leven gemist. Maar dít wordt de smart van de zonde, dat ze de Heere, hun God, vergeten hebben. Kent u dat geween, kent u die smekingen? Dat is de waarachtige bekering. Lezen: Jeremia 2:31-37

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==