Opdat ik Hem kenne

17 van onze verzoening tot stand te brengen en te volvoeren. Blijkt deze gewilligheid niet hieruit, dat Hij deze heel sterk begeert? Hij smeekt u dat u zich met God zult laten verzoenen. Als u het aan Adam zou kunnen vragen, zou hij zeggen: Christus is gewillig om Zich met zondaars te laten verzoenen. Als u het aan Manasse zou vragen, zou hij zeggen: Christus is gewillig omZich met zondaars te laten verzoenen. Als u hierover aan de vervolger Paulus een vraag zou stellen, zou hij zeggen: Christus is gewillig om Zich met zondaars te laten verzoenen en vrede met hen te hebben. Ten slotte ligt dít in deze vermaning: Er is veel vrijheid van liefde, en een onuitsprekelijke genade, die tot uitdrukking komen in de nadruk die Christus op deze aanmoediging legt. Komt de vrijheid van de liefde niet daarin tot uitdrukking, dat wij vijanden zijn wanneer Hij ernaar verlangt ommet ons verzoend te worden? Dat is immers de betekenis van het woord ‘verzoend’. Het zegt dat Christus ons aantreft in een staat van vijandschap wanneer Hij voor het eerst de vriendschap voorstelt en aanbiedt. Is dit niet het duidelijk maken van het vrije van Christus’ liefde, dat Hij op dit verlangen de nadruk legt? Er is niets anders wat Christus ertoe beweegt om met u verzoend te worden dan de liefde. Als we het zo eens mogen zeggen: Christus heeft veel pijn in Zijn hart gehad en menige traan gestort vanwege onze diep treurige weigeringen ten aanzien van Hem. Nu zullen we spreken over het eerste punt in de vermaning. Het is dat het het grote verlangen en de belangrijke vraag van Christus ten opzichte van u is of u zich met Hem wilt laten verzoenen en vrede met Hem wilt hebben. We zullen er niet lang bij stilstaan om het te verhelderen. Het blijkt uit Job 22 vers 21: ‘Gewen u toch aan Hem en heb vrede.’ Het blijkt ook uit Hooglied 2 vers 10, waar de machtige stem van het Evangelie is: ‘Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom.’ Ook uit Jesaja 27 vers 5: ‘Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken.’ Welnu, wanneer wij er bij u op aandringen dat u zich met God

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==