De enige Toevlucht

18 de nacht is het beeld van tegenspoed, van verdrukking. De dichter van Psalm 34 zingt:‘Veel wederwaardigheden, veel rampen zijn des vromen lot.’ Maar toch, uit die alle redt hen de Heere.Want Gij hebt mij bijgestaan. Dat heeft Daniël ervaren in de leeuwenkuil. Dat hebben de drie jongelingen in de brandende oven ervaren. Dat zullen al Gods kinderen ervaren, want IsraëlsWachter sluimert niet. En als de dood komt, mogen zij voor altijd bij de Heere zijn. Nog worden we geroepen,gewaarschuwd en genodigd om schuiling te zoeken in deze enige Schuilplaats, Christus.