Nicolaas Schotsman en zijn Eere-zuil

15 lief, arbeidde met zegen en werd van haar bemind, dan, op het onverwachts werd ik onverhoopt veroordeeld en politiek ontzet van mijn ambtsbediening.’ 10 Toch bleef hij zich wel als predikant vanLeidenbeschouwen.Opnieuwciteer ik uit de gedrukte intrede- preek te Sneek: ‘Zo ben ik dan tot u overgekomen om u te dienen in het Evangelie totdat het God behaage my aan de begeerte der Leydsche Gemeente weder te geeven, of naar elders te roepen, of door de dood weg te neemen.’ De directe aanleiding was zijn weigering in april 1796 om een belofte van gehoorzaamheid aan de nieuwe, patriottische overheid af te leggen. Stadhouder Wil- lem V (1748-1806) had in 1795 zijn taken neergelegd en was naar Engeland uitgeweken. Schotsman en zijn collega Aegidius Wil- lekens Gillissen (1754-1800) kozen voor Oranje en weigerden de belofte van trouw aan de nieuwe overheid. Zij moesten daaromuit Leiden vertrekken. Schotsman bleef zestien maanden ambteloos. Na zijn afzetting in Leiden zochten de vromen elkaars steun en onderwijs in conventikels en vanaf 1801 organiseerde de fabrikant van stoffen, Johannes Le Féburé, voor deze personen wekelijks Bijbellezingen.Of Schotsman nogweleens uitgenodigd is omvoor te gaan, is niet gedocumenteerd. Opgemerkt moet worden dat de bezoekers geen separatistische denkbeelden koesterden.Menwas en bleef hervormd. Maar bedroefd hervormd, want men kon de geliefde Schotsman niet meer beluisteren. Zestienmaandenbleef debestemmingvanSchotsmanzeer onduide- lijk,maar in 1797 ontving hij toch twee beroepen uit de provincies, één uit Sloten in Friesland en één uit het dorpMolenaarsgraaf in de Alblasserwaard.Hij namhet eerste beroep aan,maar omzeer ondui- delijke redenenwerd hij op 6 augustus 1797 toch inMolenaarsgraaf Inleiding – Nicolaas Schotsman 1754-1822 10. Intredepreek te Sneek over Johannes 21:15-17, gehouden op 2 september 1798.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==