9789033130687

10 januari Gods heiligheid En Die daarop zat, was in het aanzien den steen jaspis en sardis gelijk. Openbaring 4:3a J aspis is een steen die kristalhelder en verblindend wit is. Dat wijst op Gods heiligheid en Zijn waarachtigheid, maar het wijst ook op de god- zaligheid. Daarentegen wijst het bloedrood van de steen sardis op Gods recht, Zijn brandende ijver voor Zijn eer. De handhaving van Zijn recht en de aanranding van Zijn hoog gezag zal Hij nooit dulden. Kom, wat voor gedachten hebt u of heb jij bij de Heere? Johannes, een kind en knecht van God, moet en mag hier zien wie God is in Zijn vlekke- loze heiligheid en in Zijn majesteit. Dat heeft hem ongetwijfeld iets doen herbeleven wat we ook in Openbaring 1:17 lezen: ‘En toen ik Hem zag – dat was Immanuël, de Zoon van God – viel ik als dood aan Zijn voeten.’ Hoe moeten we God toch onder ogen komen? Hoe moeten we voor Zijn troon verschijnen? Het is een van beide, eeuwig wel of eeuwig wee. De grote vraag is daarom: hoe hebt u geleefd? Hebt u God Zelf al leren kennen in uw leven, Schriftuurlijk en bevindelijk? Jaspis, sardis; iets van dat verblindende licht? Hebt u iets geleerd van wat Johannes in de geest mocht zien? We moeten allemaal voor Gods troon verschijnen. Hoe zult u het dan maken? Als je voor die alles doorziende ogen van de Heere moet verschij- nen, jonge mensen, hoe zal het dan zijn? God alleen is het Die je buiten- kant en binnenkant kent. Zouden wij voor Hem kunnen bestaan? Voor Gods alziende ogen zijn wij van nature zo bang. Daarom is het goed dat we dit Bijbelboek overdenken, waarin de vlekkeloze majesteit, hei- ligheid en de verblindende heerlijkheid van God keer op keer getekend worden. Als je moet zeggen daar geen indruk van te hebben, smeek dan of de Heere je ogen opent om zó God te leren kennen. Lezen: Jesaja 6

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==