9789033130687

Bliksem En van den troon gingen uit bliksemen en donderslagen en stemmen. Openbaring 4:5a G od is heilig, rein en vlekkeloos. Als je dat gaat beseffen, begrijp je waarom Gods kinderen anders gaan leven naar de buitenkant en de binnenkant. Dat wordt zichtbaar, hoorbaar en merkbaar in daad, praat en gewaad, omdat ze beseffen te leven onder het oog van een heilig, alwetend en hartdoorzoekend God. Hoe zullen wij bestaan voor God als we niets daarvan geleerd hebben? Met vrees vervuld zullen we later overdenken dat bevende en sidderende roepen tot de bergen en heuvelen: ‘Valt op ons!’ Het is de tekst uit Openbaring 6:16: ‘Valt op ons en verbergt ons van het aangezicht Desgenen Die op den troon zit, en van den toorn des Lams.’ Wie dan? Hij, Die op de troon en in de troon is. God, de levende God. Straks zullen we lezen van de regenboog. Die twee dingen staan naast elkaar en moet u ook dicht bij elkaar houden: de bliksem en de regen- boog. God is buiten Christus als de bliksem, een verterend vuur en eeu- wige gloed bij wie niemand wonen kan. God ín Christus is de regenboog, als de lieflijkheid waarin Gods Kerk geborgen is voor tijd en eeuwigheid. Kinderen des Heeren, die twee dingen hebt u toch leren kennen? Toen de Heere in uw leven kwam, werd u als zo’n door onweer voortgedrevene, zo’n ongetrooste. Gebeefd hebt u onder de vloek en toorn van God die u rechtvaardig verdiend had. Met alles vastgelopen, daar hebt u toch wat van ondervonden? U kon niet meer bestaan in het leven in de zonde en met wat godsdienst. Maar de Heere liet Zich toch niet onbetuigd en deed u weleens buiten uzelf zien op de Persoon van Jezus Die waarde voor u kreeg. Het gaat om dat Lam, de Heere Jezus Christus. Hij hing plaatsbekledend op Golgotha’s vloekheuvel. Daar zijn al de bliksemschichten van Gods toorn en gramschap van Zijn verbolgenheid over de zonde uitgewoed op het gezegende Hoofd Christus. Lezen: Psalm 144 11 januari

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==