7
Slag, slag…
Hij hoort het gejuich van supporters en de geschreeuwde
beschuldigingen van zijn rivaal.
Slag, slag…
Hij voelt de opwinding om twee vriendinnen te hebben en de
teleurstelling dat ze het van elkaar ontdekten.
Slag, slag…
Hij ruikt het chloor van het zwembad en de lucht van zijn
natte gymschoenen in de kleedkamer van school.
Slag, slag…
Aantikken, keren, afzetten! Slag, slag…
Hij beleeft zijn hoogtepunten, maar vooral zijn dieptepunten
opnieuw.
Slag, slag...
Op school, thuis, in de sporthal, in de kerk, in het zwembad,
in de hotelkamers.
Slag, slag…
Maar dat is voorbij. Hij heeft het licht gezien!
Slag, slag…
Plotseling ziet hij alleen nog maar duisternis! Hij hoort oorver-
dovende stilte, hij voelt eenzaamheid, ruikt angst. HARDER!
Een laatste slag: de verlossende tik tegen de kant.
Hij ziet het uitzinnige publiek niet en hoort de luidsprekers
niet brullen. Hij ruikt het zwembadwater niet. En hij voelt
de hand niet die naar hem grijpt nu het water over zijn hoofd
heen gaat.
1,2,3,4 6,7,8,9