Battje en de bandenprikker

11 ‘Ik ben buurvrouw Marleen.’ De moeder van Evi geeft Sem en zijn moeder een hand. Ze heeft hetzelfde haar alsEvi enbijnanet zoveel sproetjes.‘Gezelligomsamen koffie te drinken, maar liever hier,’ zegt buurvrouw Marleen. ‘Bent u bang voor honden?’ vraagt Sem verbaasd. ‘Honden?Hoekomjedaarbij?’ BuurvrouwMarleenkijkt nog verbaasder dan Sem. ‘Hebben jullie honden dan?’ ‘Een heel schattige pup ...’ begint Evi te vertellen,maar haar moeder steekt haar hand op. ‘Dat hoor ik zo wel. Ik ben niet bang voor honden. Ik wacht op het bedrijf dat het bord voor mijn praktijk komt ophangen. Daarom moet ik hier blijven.’ Even later zitten ze in de tuin. De keukendeur staat wijd open zodat ze de deurbel goed kunnen horen. De moeders drinken thee. Sem en Evi hebben een groot glas limonade met een rietje. Evi vertelt over Battje en dat ze bij Sem in de klas komt. ‘MijnmanMartin is hondengeleider bij de politie,’ legt Sems moeder uit. ‘Battje is onze nieuwe politiepup. Nu is hij nog een kleine en schattige puppy,maar hij wordt een grote, stoere politiehond.’ ‘En die heb je gewoon in huis?’ Nu kijkt de moeder van Evi bezorgd. ‘Ja,als ze zo klein zijnwel.Binnenkort gaat hij ’s nachts in de kennel in de tuin. Net als zijn grote vriend en voorbeeld Jochie. Je hoeft niet bang te zijn, hoor, want een politiehond weet heel goed het verschil tussen thuis en werk. Op het werk vangt hij een boef en thuis kan zelfs Sem hem gewoon uitlaten.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==