Schat uit de zee

11 het bankje zitten. ‘Heb je Dries al gezien?’ ‘Dries?’ Ze laat zich van de kar vallen en kijkt tegen Piet op. ‘Ik zag hem net met een jongen. Ze zwaaiden.’ ‘Dries, met een jongen?’ herhaalt ze zachter. Piet wijst over de duinen in de richting van de haven. ‘Daar stonden ze, vlakbij de oude bunkers.’ Fien doet een stap achteruit. De oude bunkers …Maar dan is Dries echt hun afspraakje vergeten. Het is net of ze de golven ineens harder op het strand hoort slaan. Alsof ze haar leuke plannetje uit haar hoofd wil beuken. Bam. Bam. ‘Hoe zag die andere jongen eruit?’ vraagt ze op zachtere toon. ‘De jongen had twee benen en twee armen ...’ ‘Dat isniet grappig,Piet,’ zegt Fienzacht.‘Hetwasvast…Jort.’ Piet trekt de teugels naar zich toe. Hij kijkt haar aan. ‘Wat is er, Fientje? Het is alsof ik ineens een donkere wolk voor je gezicht zie.’ Ze slaat haar armen over elkaar. Ze kijkt langs Piet heen over de donkere zee.‘Ik hadmet Dries afgesproken.Nu is hij ineens met iemand anders.’ ‘Oh, dan is Dries het gewoon vergeten.’ Fien kan er niet om lachen. Piet pakt de teugels. ‘Vort, Droes.’ Fien draait zich om en trekt de bolderkar door het zand. Het lijkt wel of het veel zwaarder gaat. Waf, waf. ‘Lieve Bora, gelukkig ben jij er nog,’ zegt Fien. Zal ze teruggaan naar huis? Of toch niet?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==